Het klavecimbel komt weer thuis

 

De relatie met K2 mondde uit bij de psychiater, en daar, een beetje dankzij deze man en ook een beetje ondanks hem, brak er iets open: ik knoopte weer aan met Clara, ik zocht mijn vrienden weer op. Voor de bevrijding zorgde K2 zelf: ze voelde dat ik wegglipte en hield de eer aan zichzelf door het alsnog uit te maken. Ze huilde maar was razend, ik huilde en was opgelucht. En ik zou genezen met Haydn en zijn pianosonates.

Het klavecimbel stond al even verweesd en onbespeeld op de plankenvloer, want al mijn energie was in de eindeloze ruzies gekropen. Ik weet niet meer wie mij hielp bij het binnenhalen van het klavecimbel, niet zijzelf, maar voor het terughalen is Eddy met mij meegekomen, als expert in ruzietoestanden. Het was ijzig, bijna zonder woorden. Al heeft ze me zeker nog nageroepen dat ze nog dit of dat van me terug verwachtte. Haar woede was de evidente getuige van haar verlies.

En ik was weer alleen. Ik wil het niet erger maken dan het was, want alleen is, zoals iedereen weet, niet per sé eenzaam. En er waren vrienden, collega’s, de kameraden van de fotografie en nu en dan een vriendin op bezoek. Dat laatste was meestal meer dromen dan beleven, al ben ik de laatste jaren minder gaan dromen.

Hoe vond ik troost op een eenzaam moment? Ik schonk een glas in, belde iemand of werd opgebeld, en zette muziek op of speelde er zelf. In een melancholische bui verlengde ik mijn stemming met Schubert, zijn late pianosonates, zijn trio’s, zijn kwartetten, Rosamunde (steeds weer), soms liederen en een enkele keer de Onvoltooide. Lichtbeschonken wordt Schubert een soort gezelschap, iemand die je echt had willen ontmoeten. Maar of het nu Mozart is, of Beethoven, of Janacek, of Prokofief, of Schubert, ze zijn al je kennissen, of je iets van hun leven afweet of niet. Het gaat via de muziek. Wat maakt het uit dat Stendhal het verhaal van Mozart’s Requiem fantaseert of niet? Of dat Purcell in een zatte bui door zijn vrouw werd buitengesloten en zo de longontsteking opdeed waar hij aan zou sterven? Of dat Schubert naar de hoeren ging? En dat Beethoven, vanwege zijn hoogstaande principes, dat net niet deed? Dat Janacek het zo moeilijk kon vinden met zijn erg jonge bruidje, en later, veel later, op zijn zestigste weer verliefd werd? Het doet er misschien toch een beetje toe, maar hun muziek heeft die verhalen eigenlijk niet nodig.

Ik heb vaak gezegd dat de zin van de muziek de muziek zelf is, zoals wellicht de zin van het leven het leven zelf is.

Auteur: kunstfotografieblog

Fotograaf, amateur muzikant en schrijver van vooral korte stukjes.

2 gedachten over “Het klavecimbel komt weer thuis”

Plaats een reactie